De Koning en de kunstenaar

De Handlangers komen met regelmaat van de klok inspirerende mensen tegen. Pieter bijvoorbeeld, een wijnhandelaar die ons wijn schonk en een sprookje vertelde. Hieronder leest u de Handlanger versie.

Er was eens een Koning. Een Koning met een probleem. Zijn volk wist wel dat hij bestond maar had geen goed beeld van hem. De koning was een soort van onzichtbaar.

Op een dag ontbood de koning de kunstenaar op zijn kasteel.
“Kunstenaar, ik wil dat je een portret van me maakt. Een afbeelding waarop iedereen kan zien wie ik ben en wat ik te vertellen heb.”
“Wat een mooie opdracht Hoogheid. Ik ga er mee aan de slag. Kom over een maand naar mijn atelier, dan ben ik klaar.”
“Prima” zei de Koning. “En wat gaat het me kosten?”
“Vijfentwintigduizend knaken Hoogheid.”
“Accoord, ik ben heel benieuwd.”
De Koning en de kunstenaar spraken onder het genot van een paar enorme glazen wijn nog een poosje verder. Over hoe het is om Koning te zijn. Wat de Koning belangrijk vindt voor zijn volk en hoe hij dat denkt te bereiken. Met een hoofd vol indrukken keerde de kunstenaar terug naar zijn atelier. De Koning waggelde naar zijn troon, plofte neer en wachtte.

Toen de maand verstreken was sprong de Koning op zijn paard en galopeerde naar kunstenaar.
“Ik kom mijn portret ophalen” zei de Koning toen de kunstenaar open deed.
“Ga zitten Hoogheid.” De kunstenaar griste een blanco vel papier uit een stapel en nam plaats tegenover de Koning. De kunstenaar keek de Koning met een scherpe blik aan en grabbelde om zich heen voor een kwast, zonder de Koning uit het oog te verliezen. Met het puntje van zijn tong tussen zijn tanden en zijn ogen gepriemd op de Koning trok de kunstenaar in één hele lange lijn het portret van de Koning.
“Zo… klaar” en de kunstenaar schoof het vel over de tafel naar de koning. Hij zette de kwast in een half vol glas wijn en ging achterover zitten.
“Ik weet niet wat ik moet zeggen” doorbrak de Koning de stilte. “Heel treffend. Precies hoe ik ben en gezien wil worden.” De Koning hield zijn hoofd een beetje schuin. “Ik had verwacht dat het goed zou zijn, maar zo goed. Dit had ik zelf nooit kunnen bedenken.”
“Dank u wel hoogheid” juichte de kunstenaar opgelucht. “Altijd leuk om mensen positief te verrassen.”
“Met dit werkstuk ga ik echt een verschil maken. Ik ga het overal verspreiden” riep de Koning luid en stond op. De mannen schudden elkaar de hand en de Koning klopte hartelijk op de schouder van de kunstenaar.
‘Er is alleen één ding wat me niet helemaal lekker zit. Vijfentwintigduizend knaken voor nog geen 5 minuten werk? Zoveel geld verdien ik nog niet eens! En ik ben notabene dè Koning!’

 

De kunstenaar liep rustig naar de deur die zijn ontvangstruimte scheide van de werkplaats terwijl de Koning vervolgde “Ik snap best dat papier en kwasten geld kosten en dat je belasting moet betalen. Maar zoveel knaken voor zo weinig moeite?”
De kunstenaar zwaaide de deur open.
“Ik wil u graag een kijkje in mijn atelier geven Hoogheid.”
De Koning liep pruttelend achter de kunstenaar aan en betrad de werkplaats. Het was een groot en hoog vertrek, als een balzaal. Maar ruimte voor een feest was er niet. Stampvol stellages, gevuld met boeken en atributen.Tafels vol beelden en muren verborgen achter volgeschetste vellen papier. Met zijn mond steeds verder openvallend tolde de Koning rond in het visuele oerwoud. Honderden gezichten en gedaanten staarden hem vanaf de muren aan. Als in een zaal vol spiegels zag hij overal misvormde, onvolledige kopieën van zichzelf. Zijn zwakke kanten uitvergroot, gemuteerde onschuld gehusseld met woede en kracht. Daadkrachtige krachtdadigheid gemengd met dolle doortastendheid en bibberende angst. Dozen vol vervormde ledenmaten, uitpuilende laden met handen en vingers die een angstaanjagende gelijkenis toonden met zijn eigen lichaam. Blikken verf en grote glazen potten gevuld met duizenden ogen die soms vermoeid, dan weer vastberaden maar altijd en overduidelijk de spiegels waren van zijn eigen ziel.

De Koning wreef in zijn ogen en hield ze even gesloten. Hij boog zijn hoofd en kon nog net zijn kroontje vasthouden. Draaide zich om, rechte zijn rug en schuifelde de werkplaats uit.
“Alstublieft, je welverdiende vijfentwintigduizend knaken” en met een harde klap zette hij een jute zak op tafel.
“Dank u wel Hoogheid” en de kunstenaar rolde de tekening op. “Alstublieft. Heel veel succes er mee Hoogheid.”
Met de rol onder zijn arm marcheerde de Koning naar de deur en draaide zich in de deuropening nog één keer om. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
“Misschien wil ik nog een kleine aanpassing in het werk. Er is toch één ding dat niet helemaal overeenstemd.”
De kunstenaar keek de Koning vragend aan.
Met een brede grijns zei de Koning: “Ik ben vandaag namelijk een beetje wijzer geworden.”

Een passend glas wijn bij deze column kunt u bestellen bij Pieter van PlezierinWijn.nl